Piet Mondriaan woont van 3 oktober 1940 tot zijn dood op 1 februari 1944 in New York. De levendige energie van de stad wordt zichtbaar in zijn laatste kunstwerken. Mondriaan vlucht vanwege de Tweede Wereldoorlog vanuit Londen naar New York: daar is nog vrijheid te vinden en bovendien heeft hij er al een netwerk van vrienden, kunsthandelaren en verzamelaars.
Hij stapt eind september 1940 in Liverpool aan boord van een groot passagiersschip en komt na een spannende en doodvermoeiende overtocht van tien dagen in New York aan.
Aan de hand genomen door zijn goede vriend Harry Holtzman vindt hij al snel zijn weg in de bruisende stad. Hij wordt lid van de vereniging American AbstractArtistsen maakt onderdeel uit van de New Yorkse kunstwereld. Maar het allerliefst werkt hij in zijn atelier aan schilderijen waarin hij, geïnspireerd door New York, nieuwe beeldmiddelen onderzoekt.
Hij is nog vol met nieuwe ideeën als hij eind januari 1944 zijn werk aan het schilderij Victory Boogie Woogie moet neerleggen vanwege hoge koorts: hij blijkt een ernstige longontsteking te hebben waaraan hij op 1 februari 1944 in het ziekenhuis overlijdt.