Al een maand na zijn aankomst in Londen schrijft Piet Mondriaan een brief aan zijn broer Carel waarin hij stelt dat de nieuwe plek hem goed doet: 't werk vlot me hier nu ook beter. Ik zie al dat 't een grooten invloed op mijn werk heeft deze andere omgeving. Ik heb juist vandaag een groot doek in opzet beëindigd.’
Het werk waarover Mondriaan schrijft is een doek van 145,5 x 120 cm; voor zijn doen een groot formaat. Hij zal er jaren aan werken. Pas in 1943 legt hij er in New York de laatste hand aan. Hij noemt het werk Trafalgar square, verwijzend naar het beroemde plein van de stad waar hij twee jaar doorbracht.
Later zal hij ook in New York de eerste werken die hij daar maakt vernoemen naar de stad: New York en New York City. Een ander werk dat hij in New York onder handen neemt nadat hij er in Parijs aan was begonnen geeft hij de titel Place de la Concorde. In geen van deze gevallen is er sprake van een overeenkomst met de waarneembare werkelijkheid: Mondriaans werk is puur abstract. De titels kunnen worden gezien als een ode aan zijn voormalige en huidige woonplaatsen.
Trafalgar Square en Place de la Concorde zijn onderdeel van zeventien schilderijen die de boeken in zijn gegaan als de Transatlantic paintings, omdat Mondriaan er aan beide kanten van de oceaan aan werkte. Eenmaal aangekomen in de bruisende wereldstad New York vond hij zijn werken uit Parijs en Londen te statisch. Hij zocht meer dynamiek en schraapte daarom verf weg, voegde lijnen en kleurvlakken toe en verplaatste andere lijnen.